Akkervogels

Akkervogels zijn vogels die te vinden zijn in akkerlandschappen. Een akkervogel die in Nederland broedt, heeft grofweg drie basisbehoeftes: (1) een veilige broedgelegenheid en voldoende beschutting, (2) toegang tot (zomer)voedsel in de nabijheid van het nest en (3) wintervoedsel. Een aantal kenmerkende akkervogels zijn de patrijs, grauwe kiekendief, veldleeuwerik, geelgors en gele kwikstaart.
Patrijzen foerageren
Bron foto: Wolfgang Kruck, Shutterstock

Voor grondbroeders zoals de grauwe kiekendief, grauwe gors, gele kwikstaart en veldleeuwerik zijn met name de akkers zelf een belangrijk broedgebied. Terwijl voor andere soorten zoals de geelgors en de patrijs landschapselementen in de buurt van het akkerland een belangrijk broedgebied vormen. Denk hierbij aan heggen en struiken. Het is daarom belangrijk om te kijken wat de specifieke behoeftes zijn van een doelsoort in een bepaald gebied.

Veel soorten akkervogels zijn de afgelopen decennia in aantallen afgenomen. De veldleeuwerik is bijvoorbeeld sinds 1980 met 90% afgenomen. Ook de patrijs is in de afgelopen eeuw met 95% afgenomen (bron: SOVON). De voornaamste oorzaak van de grote afname van het aantal akkervogels is de intensivering van de landbouw. Het gebruik van pesticiden en meststoffen leidt tot een hogere opbrengst maar biedt minder ruimte voor onkruidzaden en insecten welke een belangrijke voedselbron zijn voor akkervogels. Ook is het aandeel zomergraan afgenomen waardoor er ook minder stoppelvelden zijn in de winter. Deze stoppelvelden bieden voedsel aan in de vorm van graan en geven dekking voor vogels. Ten slotte zijn er minder veilige nestmogelijkheden voor akkervogels door een intensiever teeltplan en het verdwijnen van landschapselementen als houtwallen en kruidenrijke akkerranden.

Bron foto: Annemarie Loof, Geelgors (© Annemarie Loof)

Door natuurinclusieve landbouw toe te passen kun je het leefgebied voor akkervogels verbeteren, waardoor akkervogels weer succesvol kunnen voortplanten. Gewasdiversiteit en de beschikbaarheid van inheemse kruiden zijn belangrijk om de akkervogels in Nederland te beschermen.

Bij akkervogelbeheer kun je denken aan de invoering van de volgende maatregelen om in de basisbehoeftes van akkervogel te voorzien:

  • Keverbank (opgehoogde strook met grassen en kruiden) + bloemenblok (blok van minimaal een halve ha met een meerjarig kruidenmengsel)
  • Struweel
  • Wintervoedselveld. Veld met zaaddragende gewassen dat de hele winter blijft staan
  • Stoppelland. Graanstoppels die de hele winter blijven staan.
  • Meerjarige akkerrand. Strook van minimaal 9-12 meter met wilde bloemen en kruiden.
  • Vogelakker. Akkers met jaarrond eiwitgewassen, graan en/of kruiden. In de eerste instantie gericht op het aantrekken van veldmuizen voor roofvogels.
  • Braakliggend terrein. Hier ontstaat diverse vegetatie.

Bekijk hiervoor ook de posters Natuurinclusieve landbouw met akkervogels; zomer en winter.

De keuze voor de maatregelen hangt af van de doelsoort die men wil beschermen in een gebied. . Gaat dit bijvoorbeeld om de veldleeuwerik, dan is de aanwezigheid van een broedgewas om veilig in te broeden heel belangrijk en is de aanleg van struweel niet wenselijk. Wil men de geelgors beschermen, dan is struweel wel noodzakelijk. Goed akkervogelbeheer moet dan ook gericht zijn op de belangrijkste doelsoorten in een gebied.

Bron foto: Annemarie Loof, Gele Kwikstaart (© Annemarie Loof)

Relevant dossier

Kernpublicaties

Video's over akkervogels

Bekijk meer video's in de Playlist Akkervogels op Youtube.

Relevante websites