Column

Pompen of verzuipen

Waterdruppel - qimono via Pixabay
Bron foto: qimono (Pixabay License)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Column weidevogelman
  • Interessant voor
    natuurinclusieve boeren
Bekijk de bronnen
Met al die regen en vooral de grilligheid van de neerslag is dit een voorjaar van hollen en stilstaan en vaak pompen of verzuipen. Als je met haperingen koeien kon weiden of helemaal niet en als je sommige percelen nog niet eens hebt gemaaid, komen deze uitdrukkingen je vast niet vreemd voor.

Laten we hopen dat juni leuker en beter wordt. Hier en daar valt er veel te genieten met gruttokuikens die net wel en net niet vliegvlug zijn. Ze zitten dan weer hier en dan weer daar. Gelukkig vertrekken ze vaak uit percelen met lang gras naar percelen die gemaaid of beweid zijn en naar plekken die onder water hebben gestaan, waar het  gras korter is.

Bij percelen die nog gemaaid moeten worden, is het cruciaal om te weten waar de vogelgezinnen zitten. Vrijwilligers op scherp, boer nog maar eens een rondje met de trekker, drones op de vroege ochtend de lucht in en vooral: veel overleggen, samenwerken. Stem goed af over het maaien, stel het zonodig nog uit. Kijk anders of er alternatieven zijn waar de kuikens naartoe kunnen, waarbij je de gezinnen kunt laten verhuizen met wat ‘hulp’ van gewapper met vlaggen. En vergeet niet dat er nog slobeenden, krakeenden en zomertalingen zitten te broeden die stijf op het nest zitten. En kieviten, scholeksters, grutto’s, tureluurs op een laat nest! Die vind je met een drone, en de eenden ook door te letten op wakende mannetjes in de sloot er vlakbij. 

Pompen of verzuipen, zo voelt het in veel weidevogelgebieden in Friesland en dan niet omdat het er zo nat is, maar omdat het een rampjaar wordt voor de weidevogels. Zowel de rovers op de grond als die in de lucht, storten zich op de eieren en de kuikens, omdat ze weinig muizen te pakken krijgen. Die muizen vormen hun stapelvoedsel, maar de muizenpopulatie is afgelopen winter sterk gedaald.

Een veldcoördinator uit Friesland vertelt dat het plaatsen van camera’s om predatoren in beeld te krijgen niet eens lukte, omdat de eieren al weg waren voor de vogel aan broeden toekwam. Veel kieviten zijn vertrokken, op zoek naar veiligheid elders. “Het is natuur, een jaar met een dieptepunt hoort er ook bij. Maar er staan te weinig topjaren tegenover om aan een BTS (bruto territoriaal succes)  van gemiddeld 70 te komen. En dat is nodig voor instandhouding.”

Zijn punt is dat het in een extreem predatiejaar beter is om helemaal niet meer in het veld te komen.  “Het is zo dubbel: om bewijs te verzamelen voor predatie moeten we meten en weten, dus het veld in. Maar veel predatoren zijn intelligent en reageren juist op menselijke activiteit in het veld. Lastig punt, maar hier moeten we het eens over hebben.”
 
We spreken elkaar,

Eens per maand vertel ik, Weidevogelman, over de weidevogels. In het broedseizoen wordt dat twee keer per maand. Meld je nu gelijk aan als je op de hoogte wil blijven. Fijn als je deze column doorstuurt naar iedereen met een warm hart voor weidevogels. Samen krijgen we veel snavels dezelfde kant op!