Erfvogels
Habitat van erfvogels en oorzaken van afname
In de afgelopen decennia zijn boerenerven steeds netter geworden. De erven zijn over het algemeen eentoniger waardoor er minder ruimte is voor flora en fauna. Dit leidt tot minder voedsel in de vorm van insecten en onkruidzaden. Ook is er minder nest- en schuilgelegenheid voor de erfvogels omdat er minder inheemse erfbeplanting is. Denk hierbij aan struikgewas en holle bomen. Daarnaast zijn veel oude schuren en stallen vervangen door nieuwe varianten met minder plek is voor nesten.
Strenge hygiëne eisen op melkveebedrijven, zoals het weren van boerenzwaluwen uit melklokalen en koelruimtes, hebben waarschijnlijk mede geleid tot een afname van de boerenzwaluwen. Ook worden vermoedelijk nesten van zwaluwen weggestoken om overlast van uitwerpselen tegen te gaan. Het maken van nieuwe nesten is lastig omdat er steeds minder modder te vinden is wat dient als nestmateriaal. Kortom, het ontbreekt over het algemeen aan voldoende variatie op boerenerven waardoor het voedsel en de nestgelegenheid voor erfvogels de afgelopen decennia is afgenomen.
Maatregelen om erfvogels te helpen
Inheemse erfbeplanting
Erfbeplanting zorgt voor insecten en nest- en schuilgelegenheid. Inheemse planten zijn gunstiger voor insecten dan exotische planten. Voorbeelden van inheemse struiksoorten die veel beschutting en nestgelegenheid bieden zijn de meidoorn, sleedoorn, liguster, vlier en braam. Veel van deze soorten geven bessen die als voedsel kunnen dienen voor erfvogels.
Bomen, en dan met name inheemse boomsoorten, zorgen voor zowel insecten als nestgelegenheid voor erfvogels. Voor holenbroeders als de ringmus en steenuil zijn knotwilgen of hoogstamfruitbomen interessant omdat door het snoeien er vrij snel holen ontstaan in de boom. Daarbij trekken fruitbomen veel insecten aan. Bij het snoeien van inheemse erfbeplanting is het belangrijk om rekening te houden met aanwezige nesten en om snoeiwerkzaamheden gefaseerd uit te voeren zodat er altijd voldoende voedsel aanwezig is voor insecten.
‘Maai niet alles als een strak gazon’
Insecten en zaden van kruiden dienen als voedsel voor verschillende erfvogels. Bloeiende, inheemse kruiden zijn belangrijk om insecten aan te trekken op erven. Deze kruiden leveren ook onkruidzaden die als voedsel dienen voor bijvoorbeeld mussen. Inheemse kruiden zijn kruiden die aanwezig zijn in de zaadbank en vanzelf opkomen onder de juiste omstandigheden. Op gazons betekent dit vaak dat de omstandigheden verschraald moeten worden. Dit kan worden gedaan door het stoppen van het bemesten van het gazon en het door het gras te maaien en af te voeren. Mochten er geen kruiden opkomen, dan is het inzaaien van inheemse kruiden een optie. Maaien en afvoeren blijft dan belangrijk om de kruiden in stand te houden. Door dit gefaseerd te doen zorg je ervoor dat er altijd bloeiende kruiden blijven staan en er dus voedsel blijft voor de erfvogels. Is er eenmaal kruidenrijk grasland ontstaan, dan is het verstandig om dit niet te vaak te maaien. Naast gazons is het natuurlijk ook mogelijk om op andere plekken inheemse kruiden op te laten komen. Hoe meer variatie er ontstaat, hoe beter. Insecten beschermen
Insecten kunnen verder geholpen worden door aanleggen van een composthoop of bladhoop, een insectenhotel of takkenrillen. Deze erfelementen dienen als overwinteringsplaats voor insecten. Voorkom ter aller tijden het gebruik van onkruidbestrijders en kunstmest op erven omdat het slecht is voor de diversiteit aan bloeiende kruiden en daarmee insecten en onkruidzaden als voedsel voor erfvogels.
Watermaatregelen
Poelen, vijvers en wadi’s op erven zullen snel leiden tot een hogere diversiteit aan planten en insecten, wat gunstig is voor erfvogels. Specifiek voor zwaluwen zijn deze belangrijk omdat stilstaand water zorgt voor veel vliegende insecten. Geleidelijke overgangen van nat naar droog zijn extra gunstig voor de biodiversiteit omdat tal van planten en dieren van deze condities profiteren. Ook profiteren zwaluwen van de modder in slikkige randen en andere erfvogels van de bodeminsecten die daar te vinden zijn. Wadi’s, waarmee overtollig regenwater opgevangen kan worden, zijn door het fluctuerende waterpeil een mooie aanvulling op erven omdat ze voor veel variatie zorgen.
Het creëren van nestplekken
Door modernisering van boerenerven zijn er steeds minder nestplekken beschikbaar voor erfvogels. Het is daarom belangrijk om nieuwe nestplekken te creëren. Een voorbeeld is het plaatsen van nestkasten voor uilen. De correcte plaatsing hiervan is heel belangrijk. Voor kerkuilen moet de kast binnen een gebouw hangen, bijvoorbeeld een schuur, stal of zolder. De aanvliegroute moet goed zijn. Voor steenuilen worden de nesten bij voorkeur in een boom geplaatst op een dikke tak waar de kuikens op kunnen lopen. Er bestaan ook nestkasten die tegen een schuur of op een paal geplaatst kunnen worden, het liefst voorzien van een uitloop voor de kuikens. Wanneer er eenmaal kuikens op een erf zijn, kan het voorkomen dat deze verdrinken in de waterbakken van vee. Om dit te voorkomen bestaan er steenuilvriendelijke drinkbakken waar de kuikens zelf uit kunnen klimmen. Zwaluwen maken hun nesten van modder en gebruiken deze nesten meer dan één jaar. Het is daarom belangrijk om deze nesten intact te laten voor het volgende jaar. Het openhouden van de aanvliegroute is daarbij ook van belang. In en aan gemoderniseerde stallen zijn er echter steeds minder nestplekken beschikbaar. Nestplekken kunnen gecreëerd worden door het plaatsen van zwaluwplankjes voor boerenzwaluwen en kunstnesten voor huiszwaluwen. Ook voor andere soorten als mussen en spreeuwen is het mogelijk om nestkasten te plaatsen. Voor huismussen, die in kolonies broeden, zijn mussenflats een goede optie.
Video's
De zeldzame huiszwaluw laat zich weer zien op bioboerderij
Zembla
Project steenuil op de boerderij
Ingrid’s boerderij leven in de Achterhoek
Ten slotte
Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van voedselveldjes met graan en zaad of het telen van zomergraan. Dit is gunstig voor graan en zaadetende vogels als ringmussen, maar ook voor muizen die als voedsel dienen voor uilen. Ook is een goede insectenstand in de omgeving belangrijk voor erfvogels. Hiervoor zijn kruidenrijke graslanden of kruidenrijke randen gunstig, net als veel overgangen tussen nat en droog.
Uiteindelijk is het biodiverser maken van erven maatwerk. Hierbij is het belangrijk om te kijken naar welke erfvogels er in de omgeving voor kunnen komen en hoe het erf zo ingericht kan worden dat deze soorten geholpen zijn. In heel Nederland zijn organisaties actief die zogenaamde erfscans uitvoeren en erfeigenaren helpen met het biodiverser maken van hun erf.