Nieuws

Terugblik: veldbijeenkomst – Kruidenrijke akkerranden voor functionele agro-biodiversiteit

Praten over de akkerrand (© BoerenNatuur)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Akkerranden
  • Interessant voor
    Natuurinclusieve boeren, akkerbouwers, terreinbeheerders
Bekijk de bronnen
Tijdens de veldbijeenkomst Kruidenrijke akkerranden op 11 juli 2024 gaf Raymond Klaassen (Grauwe Kiekendief Kenniscentrum Akkervogels) een presentatie over kruidenrijke akkerranden en hun rol in het verhogen van de functionele agro-biodiversiteit.

Akkerranden niet effectief voor akkervogels

Kruidenrijke akkerranden zijn oorspronkelijk bedacht voor de bescherming van akkervogels. Inmiddels is het het meest toegepaste beheerpakket in het leefgebied Open Akker. Als we kritisch kijken naar wat het voor akkervogels heeft opgeleverd, moeten we de conclusie trekken dat het effect heel beperkt is. Dat geldt zowel voor specifieke soorten, als voor akkervogels in het algemeen. Uit een onderzoek naar veldleeuweriken en akkerranden blijkt dat veldleeuweriken wel gebruik maken van akkerranden om te foerageren. Maar waar het knelt bij deze soort is een veilige broedplek. Dat probleem lossen akkerranden niet op. Ook een brede evaluatie in Oost-Groningen laat zien dat akkerranden niet zorgen voor het ombuigen van de dalende populatietrends van typische akkervogels.

“Dus terwijl akkerranden ooit zijn bedacht voor akkervogels, blijkt het niet het instrument te zijn waar we akkervogels mee gaan redden.”

Raymond Klaassen, 2024

Dat is een teleurstellende conclusie, maar belangrijk om te weten. Want zo kunnen we nadenken over maatregelen die wél effectief zijn voor akkervogels. Voorbeelden van succesvolle maatregelen voor akkervogels zijn volveldse maatregelen, zoals kruidenrijke akkers. Daarnaast zou je je bouwplan kunnen verbreden met meer extensieve gewassen, zoals luzerne of grasklaver. Gewassen met meer openheid zijn aantrekkelijker voor grondbroeders, zoals de veldleeuwerik.

Akkerranden wel effectief voor insecten

Akkernatuur bestaat niet alleen uit akkervogels. Akkerranden blijken ontzettend belangrijk te zijn voor insecten. Recent is er uitgebreid onderzoek gedaan naar het effect van akkerranden op insecten en andere ongewervelden. Hierbij is gekeken naar vier soortgroepen: springstaarten en mijten, regenwormen, loopkevers, en vliegen. Uit dit onderzoek blijkt dat akkerranden niet per se meer insecten opleveren, maar het aantal soorten en de soortendiversiteit is wel significant hoger in akkerranden ten opzichte van omliggende suikerbiet- of graanakkers. Daarnaast valt op dat de soortensamenstelling verschilt. In ieder geval voor loopkevers worden er andere soorten gevonden in akkerranden. Klaassen: “Akkerranden zijn dus een heel goed instrument om biodiversiteit toe te voegen aan je systeem”.

Waarom meer insectensoorten in akkerranden?

Zoekend naar een verklaring voor deze verschillen, moeten we inzoomen op de levenscyclus van insecten. Door de vele landbouwwerkzaamheden (ploegen, zaaien, schoffelen, oogsten, etc.) hebben insecten moeite om hun levenscyclus te voltooien op akkers. Een akkerrand biedt juist een plek met voldoende rust, dekking en voedsel, zeker ook in de winter.

Wat heb je aan een hoge diversiteit aan insecten?

Binnen de functionele biodiversiteit aan insecten kun je onderscheid maken tussen bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders (beter bekend als ‘natuurlijke vijanden’). Veel gangbare gewassen die in Nederland worden geteeld zijn niet afhankelijk van bestuiving, bijvoorbeeld granen, aardappelen en suikerbieten. Voor veldbonen, erwten en boekweit is bestuiving wel degelijk belangrijk voor de opbrengst. Over het algemeen geldt: als je een geschikte akkerrand creëert voor natuurlijke vijanden, is deze vaak ook goed voor bestuivers.

Met veel natuurlijke vijanden kun je het aantal plaaginsecten sterk verminderen. Daarmee voorkom je plagen en hoef je als boer minder insecticiden te gebruiken. Klaassen: “Ik merk al dat het steeds normaler wordt dat boeren geen insecticiden meer gebruiken in bepaalde gewassen als ze het vertrouwen hebben dat de natuurlijke plaagbestrijding voldoende is.” En meer diversiteit aan soorten levert ook meer functies op en daarmee een effectievere bestrijding. Klaassen: “Er is steeds meer besef dat wanneer je geen insecticiden gebruikt je ook de natuurlijke vijanden, ‘je vrienden’, in leven houdt.” Een kleine kanttekening hierbij is dat je niet alleen functionele biodiversiteit stimuleert. Er zijn ook plaagdieren die kunnen profiteren van een akkerrand. Slakken zijn daar een goed voorbeeld van. Daarom is het belangrijk om de vegetatie in de akkerrand in balans te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Effecten van akkerranden op insecten in akkers

Akkers met akkerranden herbergen meer soorten loopkevers, maar de afstand tot waar akkerranden effect hebben (= uitstralingseffect) is beperkt. Het uitstralingseffect hangt sterk af van de soort natuurlijke vijand en het type gewas. Het effect kan variëren van 5 meter tot ongeveer 75 meter. Om het uitstralingseffect te vergroten is het een goed idee om de akkerrand niet aan de rand, maar in het midden van een akker te leggen. Dan krijg je naar twee kanten uitstraling. De breedte van de akkerrand is voor insecten minder belangrijk. Over het algemeen geldt: liever twee randen van 6 meter dan één rand van 12 meter.

Meerjarig beter dan eenjarig

Eenjarige randen worden pas laat ingezaaid en bieden geen veilige plek en voedsel door het jaar heen. Een eenjarige akkerrand is dus maar een heel beperkte periode interessant leefgebied voor natuurlijke vijanden. Je moet je afvragen of dat nog wel de relevante periode is voor plaagbestrijding van het gewas. Meerjarige randen hebben daarom het meeste rendement. De diversiteit aan insecten neemt namelijk toe over de tijd. Maar er zijn wel risico’s op vergrassing en veronkruiding. Klaassen stelt hardop de vraag waarom je niet zou werken met permanente akkerranden. Dan zou je ook kunnen verschralen om vergrassing en veronkruiding tegen te gaan. Een agrarisch collectief geeft aan dat het huidige landbouwbeleid boeren belemmert om te werken met permanente akkerranden. Het risico bestaat dat langjarige akkerranden na een aantal jaar niet meer bewerkt mogen worden of de functie agrarisch kwijtraken. In bufferstroken zou je mogelijk wel kunnen toewerken naar permanente akkerranden.

Samenstelling van akkerranden

Over het algemeen geldt dat de soorten die worden ingezaaid moeten passen bij de insecten die er voorkomen. Uit eerdere onderzoeken naar het juiste zaadmengsel komen de volgende tips:

  • Geen eenjarige ‘carnavalsmengsels’;
  • Inheemse soorten (geen cultivars);
  • Kies altijd voor een mix tussen grassen en kruiden. Veel insectensoorten zijn gebonden aan grassen. Kies voor de juiste grassoorten die niet snel dominant worden;
  • Kies voor verschillende plantenfamilies (meer variatie aan soorten planten: resultaat meer insecten);
  • ‘Bodem en water sturend’: kies voor plantensoorten die passen bij bodem en locatie. Zie ook de nieuw gelanceerde GroenWijzer die je hierbij helpt.

Het opvolgen van al deze adviezen is best ingewikkeld. Echte inheemse zaadmengsels zijn bijvoorbeeld niet goedkoop.

Akkerranden alleen niet voldoende voor natuurherstel

Klaassen sluit af met de boodschap dat akkerranden slechts een klein onderdeel zijn van het natuurinclusieve landbouwsysteem. Akkerranden kunnen een aanvulling zijn in het landschap, samen met ecologisch beheerde bermen, bufferstroken en slootkanten en andere landschapselementen.

Akkerranden zijn dus een belangrijke eerste stap. Maar om te komen tot volledig natuurinclusief / regeneratief systeem zijn ook aanpassingen in teeltsystemen (bemesting, grondbewerking) en volveldse maatregelen nodig.

Tips voor effectief akkerrandenbeheer (ten behoeve van natuurlijke plaagbestrijding)

  • Leg akkerrand in midden van perceel aan i.p.v. aan de rand;
  • Minimaal 6 meter brede randen; liever 2 randen van 6 meter van 1 rand van 12 meter;
  • Meerjarige in plaats van éénjarige randen. Permanente randen?
  • Inheemse soorten, mix tussen grassen en kruiden, soorten die passen bij bodem en locatie.